box 3

De afgelopen tijd zijn er veel ontwikkelingen geweest met betrekking tot de belastingheffing over vermogen (box 3). Wij informeren u hierbij over de huidige stand van zaken.

Had u in de jaren 2017 tot en met 2023 geen belastbaar vermogen in box 3? Dan is dit bericht verder voor u niet van belang. Is uw vermogen toegenomen of had u de 30% regeling en eindigt deze in 2023 (of binnenkort)? Dan kan het onderstaande wel voor u van belang zijn.

Wij vertellen hier graag over de volgende onderwerpen:

  • Kerstarrest en gevolgen voor aanslagen 2017-2020
  • Aanslagen 2021 en 2022
  • Overbruggingsrecht vanaf 2023-2026
  • Werkelijk rendement
  • Wel of geen actie ondernemen?

Kerstarrest en gevolgen voor aanslagen 2017-2020

In het zogenoemde Kerstarrest van 24 december 2021 oordeelde de Hoge Raad dat de Nederlandse belastingheffing over vermogen op basis van fictief rendement (box 3) over de jaren 2017 en 2018 in strijd was met het eigendomsrecht en het gelijkheidsbeginsel.  

Aanslagen 2021 en 2022

De belastingdienst legt momenteel vooralsnog geen definitieve aanslagen 2021 en 2022 op als er box 3-vermogen aanwezig is (en dit niet uitsluitend bestaat uit banktegoeden). Voorlopige aanslagen worden wel opgelegd.

Overbruggingswet vanaf 2023 – 2026

Met ingang van 2023 geldt de methode die grotendeels gelijk is aan de Wet rechtsherstel box 3. Kort gezegd wordt het vermogen per 1 januari 2023 berekend met de nieuwe rekenmethode (de drie categorieën). En hoewel het heffingsvrije vermogen per belastingplichtige is verhoogd van € 50.650 (2022) naar € 57.000 (2023) is het tarief omhoog gegaan van 31% (2022) naar 32% (2023). Dit wordt in 2024 zelfs 36%. Dit kan betekenen dat de verschuldigde belasting in box 3 toeneemt als uw vermogen met name bestaat uit overige bezittingen en eventuele schulden en u relatief weinig banktegoeden heeft.

Als uw vermogen hoofdzakelijk bestaat uit banktegoeden, dan is de nieuwe regeling waarschijnlijk gunstiger voor u. Volledigheidshalve, met ingang van het jaar 2023, heeft u geen keuze meer en wordt niet de meest voordelige rekenmethode (zoals bij 2020 en 2021) toegepast! Het is daarom belangrijk dat u goed kijkt naar de samenstelling van uw vermogen. In voorkomende situaties is het verstandig een voorlopige aanslag 2023 of 2024 aan te vragen: u kunt dan de verschuldigde belasting in termijnen betalen, in plaats van in een bedrag ineens. Daarmee kunt u tevens belastingrente besparen, aangezien deze inmiddels ook is gestegen.
Het is overigens goed mogelijk dat ook over deze Overbruggingswet geprocedeerd gaat worden.

Werkelijk rendement

Onder het werkelijk rendement vallen o.a. de direct genoten inkomsten zoals rente, dividend en huuropbrengsten. Gerealiseerde vermogensmutaties, zoals het verkoopresultaat op aandelen en onroerende zaken vallen hier ook onder. Het is nog niet duidelijk of ongerealiseerde vermogensmutaties, zoals de waardeontwikkeling van aandelen en onroerende zaken hier ook onder vallen. De procedures die hierover gevoerd zijn, hebben geleid tot verschillende uitkomsten van de rechtbanken en gerechtshoven. In een aantal procedures werd wel rekening gehouden met waardedalingen en – stijgingen en in andere procedures werden ongerealiseerde vermogensmutaties niet meegenomen. De Hoge Raad moet hierover nog een definitief oordeel geven.

Wel of geen actie ondernemen?

Heeft u recent een (definitieve) aanslag ontvangen met box 3-belasting of ontvangt u deze binnenkort? En bent u van mening dat de toepassing van het forfait nog steeds tot een te ongunstige uitkomst leidt en/of het werkelijk rendement lager is? Maak dan binnen 6 weken na dagtekening bezwaar tegen de aanslag. Uiteraard kunnen wij u hierbij van dienst zijn.

Heeft u al een aanslag en niet binnen deze zes weken bezwaar ingediend, én bent u van mening dat het werkelijk rendement lager was, dan kan binnen vijf jaar na afloop van het kalenderjaar een verzoek tot ambtshalve aanpassing ingediend worden.
Let op: voor het jaar 2018 moet de belastingdienst een dergelijk verzoek vóór 31 december 2023 ontvangen hebben. Hierbij een kanttekening:

Bestond het vermogen over de jaren 2017 tot en met 2021 met name uit overige bezittingen en/of schulden, dan is meestal de oude rekenmethode gunstiger dan het rechtsherstel (‘spaarvariant’).
Als het werkelijke rendement lager was, kunt u een bezwaar of verzoek om ambtshalve vermindering indienen. Let op: een verzoek om ambtshalve vermindering moet gemotiveerd worden. Dit betekent dat u kunt aantonen dat het werkelijk rendement lager was dan het zogenoemde “voordeel uit sparen en beleggen” zoals vermeld op de aanslag.

Wat nu?

Wilt u bezwaar maken of een verzoek om ambtshalve vermindering indienen? Dan kunt u ons dit vóór 1 december 2023 laten weten via tax@aame.nl.
In dat geval verzoeken wij u vriendelijk de nodige gegevens te verstrekken, zoals werkelijk ontvangen rente, dividend, huurinkomsten, verkoopopbrengsten en een overzicht van de vermogensmutaties. Gezien de lopende procedures en het feit dat er meerdere interpretaties zijn over wat “werkelijk rendement” inhoudt, kan dit een tijdrovend proces zijn. Daarbij is het de vraag of de uitkomst opweegt tegen de kosten van een eventuele procedure.

Aan onze werkzaamheden zijn kosten verbonden. Deze kosten zijn afhankelijk van de informatie die wij al van u hebben en u ons (aanvullend) aanlevert. Wij zullen uiteindelijk de werkelijke tijd tegen ons uurtarief in rekening brengen.

Winkelwagen
Click to access the login or register cheese
Scroll naar boven