Op 6 juni 2024 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een aantal box 3 zaken. Door middel van dit bericht willen wij u informeren wat de mogelijke gevolgen voor u kunnen zijn.
De systemen van belastingheffing in box 3
Als hoofdregel blijft het huidige forfaitaire systeem in box 3 van toepassing. Alleen in het geval dat het werkelijk rendement lager is dan het forfaitaire rendement volgt rechtsherstel. Het is aan u, de belastingplichtige, om aan te tonen dat het werkelijke rendement lager is.
Voor de periode 2017 tot en met 2022 bestaat de mogelijkheid om uit drie heffingssystemen te kiezen.
- Het wettelijk systeem, zoals dat van toepassing was in de jaren 2017 tot en met 2022;
- Gebruik maken van de Herstelwet. Drie categorieën: banktegoeden, overige bezittingen en schulden;
- Het werkelijk rendement volgens uitspraak Hoge Raad 6 juni 2024.
Voor 2023 tot nu: - Forfaitaire heffing op basis van drie vermogenscategorieën: banktegoeden, overige bezittingen en schulden;
- Het werkelijk rendement volgens uitspraak Hoge Raad 6 juni 2024.
De keuze voor een systeem geldt per belastingplichtige. In geval van fiscaal partnerschap kan iedere partner kiezen voor een eigen systeem van belastingheffing in box 3.
Hoe wordt het werkelijk rendement bepaald ?
- Uitgangspunt bij het vaststellen van het werkelijk rendement is het gehele vermogen in box 3. De rendementen van de verschillende vermogensbestanddelen (banktegoeden, beleggingen, onroerende goed, overige bezittingen en schulden) worden bij elkaar opgeteld. Dit moet voor zowel het forfaitaire rendement als het werkelijk rendement.
Vervolgens worden deze rendementen (van het totale box 3 vermogen) met elkaar vergelijken. De uitkomst bepaalt uiteindelijk het te kiezen systeem van belastingheffing. - Er wordt geen rekening gehouden met inflatie. De nominale waarde van het box 3 vermogen vormt de basis voor belastingheffing.
- Bij bepaling van het werkelijk rendement wordt geen rekening gehouden met het heffingsvrij vermogen.
- Er vind geen verrekening plaats van positieve /negatieve rendementen over voorgaande jaren. Met ander woorden een negatief rendement uit 2023 kan niet worden verrekend met een positief rendement in 2024.
- Naast dat het werkelijk rendement kan bestaan uit rente, huur en dividend, worden ook de ongerealiseerde waardeveranderingen betrokken in het werkelijk rendement.
Bij de keus voor het forfaitaire rendement telt de ongerealiseerde waardeverandering niet mee.
- De kosten die verband houden met de bezittingen in box 3 zijn niet aftrekbaar. Dit heeft vooral gevolgen voor de verhuur van onroerend goed, nu de huur wel in de berekening van het rendement wordt meegenomen maar de kosten voor onderhoud, verzekeringen niet in aftrek mogen worden genomen.
Is er nu volledige duidelijkheid?
Helaas niet. Een aantal zaken zijn ook na de uitspraak van de Hoge Raad nog niet volledig duidelijk:
- Hoe wordt omgegaan met het eigen gebruik van een tweede woning die niet wordt verhuurd aan derden. Vormt dit eigen gebruik inkomen in box 3?
- Hoe moet de jaarlijkse ongerealiseerde waardemutatie op bijvoorbeeld onroerend goed worden vastgesteld?
Rentevergoeding
Bij toepassing van het rechtsherstel zal er aan de belastingplichtige geen rente worden vergoed. Dit geldt voor zowel de belastingrente als de wettelijke rente. Alleen als de wettelijke rente hoger is dan de belastingvermindering, op grond van het rechtsherstel, zal rentevergoeding plaatsvinden.
Hoe nu verder?
In de situatie dat een definitieve aanslag Inkomstenbelasting aan u is opgelegd, waarbij het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijk rendement over het gehele vermogen, moet onmiddellijk bezwaar worden aangetekend. Hiermee stelt u uw rechten veilig tot het moment dat ook de laatste onduidelijkheden zijn opgelost.
Uiteraard kan AAme u van dienst zijn bij het maken van bezwaar tegen de definitieve aanslag Inkomstenbelasting. Daarbij brengen wij onze gebruikelijke tarieven in rekening.
Voor vragen en/of opmerkingen zijn wij bereikbaar via e-mail: tax@aame.nl of per telefoon: 015-2158815.
Zie ook onze eerdere berichtgeving: Wet rechtsherstel box 3